Muziek in de zorg, de titel van dit blog, stond al op papier. Het was één van de motto’s van ons kennisfestival Eenheid in de Zorg, in Zenderen. Dat was een heerlijke dag, zie de verslagen elders. En met de muziek verwoorden we wat we willen met OZOverbindzorg. Organiseer de zorg zo handig, dat het weer leuk wordt. Voor iedereen.
Omdat ik mijn persoonlijke blog ook een persoonlijk “haakje” wil geven, ga ik nadenken over mijn muziek. Ik denk aan de fruitdozen vol cd’s die op onze zolder stof verzamelen. Die ga ik dus nooit meer gebruiken. Spotify is, ook bij ons, koning. Maar al die cd’s in de kliko smijten? Dat gaat me ook te ver. Weet je wel hoeveel al die muziek heeft gekost?
En ineens valt het kwartje. Muziek is van grote, persoonlijke waarde. En vroeger, niet eens zo heel lang geleden, dacht ik daarover in termen van “bezit”. Eigen platen, eigen cassettebandjes, eigen cd’s. Je moest het hebben, hebben, hebben. Het kostte me kapitalen, maar dan kon ik wel op elk moment van de dag mijn favoriete nummers draaien. Dat idee is totaal veranderd. Ik denk niet meer in termen van “bezit”, maar in termen van “gebruik”.
Van ”betalen voor bezit” naar “betalen gebruik”, dat heet dus een paradigma shift. Dat leerde ik van Carl Verheijen op het kennisfestival. De zorgbestuurder en oud-schaatser vindt dat de zorg de nadruk moet verleggen. Van “ziek zijn” naar “gezond zijn en blijven”. Ook het bijbehorende verdienmodel moet op de schop. De zorg verdient aan zieke mensen, niet aan gezonde mensen. Dat is een krom idee.
Het zijn zulke veranderingen, waar wij bij OZO warm voor lopen. Zo lees ik een artikel over de personeelstekorten in de zorg. Bestuurders denken -ouderwets- dat de oplossing ligt in werving. We komen mensen tekort, dus we moeten mensen opleiden en aannemen. Klinkt logisch, maar die bestuurders hebben tegelijk een blinde vlek voor innovatie. In de ouderenzorg kun je door techniek 65 duizend fte besparen. Hoe? Het strategisch onderzoeksbureau Gupta noemt “slimme luiers” als klein voorbeeld. Die hulpmiddelen vertellen het zorgpersoneel precies waar ze nodig zijn. Dat scheelt een hoop werk. Maar instellingen die het intelligente incontinentiemateriaal al wel naar tevredenheid gebruiken, passen hun dienstroosters niet aan. Dat is alsof ik op Spotify een leuk nummer uitzoek en dan toch de cd ga kopen.
“Denken in bezit” zit ons communicatieplatform trouwens behoorlijk dwars. Grote instanties zijn huiverig om met OZOverbindzorg in zee te gaan, omdat het platform niet van henzelf is. Wij zijn onafhankelijk en not for sale, omdat we de cliënt centraal stellen. Wij denken anders. En dat is eng. Het is aan ons de taak om angst weg te nemen. Door “bezitsdenkers” te wijzen op tevreden gebruikers. Dat lukt ons gelukkig steeds beter. Wat goed is, komt langzaam.
Overigens, dat vasthouden aan bezit, begrijp ik best. Zelf zie ik het om me heen aan vervoersmiddelen. Onze oudste kinderen willen nog een eigen brommer, scooter of auto. De jongsten rijden weg op deelscooters. Veel efficiënter. En ik moet eerlijk blijven. Zelf denk ik bij vervoersmiddelen ook nog ouderwets. Zo menen al onze kinderen dat mijn elektrische fiets bestemd is voor algemeen gebruik. Ik ben van de oude stempel en denk nog in termen van bezit. Namelijk dat die fiets van mij is.
(Mmm, ik moet deze blog maar een beetje bij ze weghouden, want als de kinderen straks beginnen over de paradigma shift, kan ik fluiten naar mijn fiets.)
Cindy Hobert